Mijn eerste hond was een Golden Retriever. In het veld waar ik het toezicht had, werd ieder jaar een veldwedstrijd gehouden voor spaniëls. Via deze wedstrijden en jachtdagen leerde ik deze ‘verlengde drijversstokjes’ waarderen. Vijf jaar na de Golden kwam er de eerste en een jaar later de tweede Engelse Springer Spaniël. Vanaf 1998 heb ik zowel spaniëls als retrievers. Voor mij een geweldige combinatie. De spaniëls voor het schot en de retriever voor de verre uitzeilers. Inmiddels is naast de verandering van jachtveld de wildstand bij ons op het moment zodanig dat er voor een spaniël niet veel werk meer is. Daarom ligt het accent de laatste jaren meer op de retrievers. Om toch te kunnen genieten van mooi spaniëlwerk coach ik mensen of nodig ik voorjagers uit.
Ik zie het liefst zelfverzekerde enthousiaste honden die goed in de hand zijn. Om dergelijke honden te ‘krijgen’ heb ik een stapsgewijze trainingsopbouw met controlestappen ontwikkeld. Hierbij train je eerst alle principes afzonderlijk. Pas als je hond de principes beheerst, kun je ze combineren.
Deze manier van trainen zorgt ervoor dat een spaniël de eigenschap kan laten zien die hem onderscheidt van alle andere rasgroepen; volledig voluit jagen en daarbij zonder veel aanwijzingen van de voorjager onder het geweer blijven.